Wat gaan we doen?
Locatie:
Op 2 april bouwen we ‘Kamp Morra’. Aan de rand van het dorp Morra, op een weiland, plaatsen we dan 4.222 poppen. De poppen staan symbool voor de alleenreizende vluchtelingenkinderen in en rond kamp Moria.
Deze poppen worden gemaakt door gezinnen, scholen, dorpen, wijken en kerken uit heel Noord Nederland. We willen hiermee aandacht vragen voor de kinderen in Kamp Moria en er zo voor zorgen dat de prioriteit om deze kinderen te helpen bovenaan de agenda komt bij het nieuwe kabinet en de Tweede Kamer. Daarnaast staat wat ons betreft elke pop die gemaakt wordt voor een gesprek aan de keukentafel over de kinderen daar en de omstandigheden waarin ze leven. Door kinderen en jongeren te betrekken hopen we de politiek van morgen positief te beïnvloeden zodat zij later andere keuzes maken!
De poppen krijgen een kledingstuk aan (trui, jas en/of shirt), deze kleding gaat na 2 april naar de vluchtelingen in Griekenland.
Met twee korte video’s willen we ook online impact maken. Dit doen we door visueel te maken dat Kamp Moria ook Kamp Morra had kunnen zijn. Deel 1 gaat over de ‘poppen’ die aankomen via Schiermonnikoog en deel 2 gaat over het kamp bij Morra.
Want eigenlijk gebeurt op Lesbos namelijk ‘hetzelfde’, het eiland wordt overspoeld met vluchtelingen, maar dat had net zo goed in Morra kunnen gebeuren als er oorlog in Scandinavië was geweest. Moria op Lesbos, kan in de toekomst ook jouw dorp of stad zijn. Sterker nog, stel je voor dat hier oorlog uitbreekt en jij bent zelf op de vlucht en je raakt jouw kind onderweg kwijt en deze komt alleen in een kamp in een vreemd land aan…
Uit cijfers van de Griekse organisatie E.K.K.A. blijkt dat er in Griekenland in totaal ruim 5.000 alleenstaande minderjarige vluchtelingen zijn. 93 procent van hen is een jongen, 7 procent is een meisje. 9 procent van hen is jonger dan 14 jaar. Zij komen uit Afghanistan (44 procent), een deel komt uit Pakistan (21 procent) en 11 procent komt uit Syrië. 24 procent van de kinderen komen uit andere landen. (Peildatum: 30 april 2020)
Kinderrechten beginnen niet pas wanneer een kind een vluchtelingenstatus heeft. Nederland zou deze problematiek vanuit dat besef moeten benaderen en de kinderen moeten bezien vanuit de noodzaak om hen te beschermen. De kwetsbaarheid van minderjarigen gaat boven hun status, al dan niet een vergunning of hun nationaliteit. En als na onderzoek in Nederland blijkt dat een kind uiteindelijk wél veilig herenigd kan worden met familie in het land van herkomst, dan is dat ook een duurzame oplossing.